Als je Kubernetes vergelijkt met OpenShift (de Kubernetes-gebaseerde platform van Red Hat), dan zijn er een paar belangrijke verschillen die invloed hebben op hoe ze omgaan met resourceverbruik en systeembronnen. Hoewel OpenShift gebouwd is op Kubernetes, zijn er verschillende toegevoegde functionaliteiten en verschillen die de resourcebehoeften beïnvloeden:

  1. Extra Functionaliteiten in OpenShift OpenShift biedt meer out-of-the-box functionaliteit dan Kubernetes. Dit kan leiden tot een hogere overhead, maar ook tot meer gebruiksgemak en integratie:
  • Beveiliging: OpenShift voegt extra beveiligingslagen toe, zoals Security Context Constraints (SCC) en SELinux-beperkingen, wat extra resources kan vereisen voor de beveiliging van containers en applicaties.

  • Integrated CI/CD: OpenShift biedt ingebouwde Continuous Integration/Continuous Deployment (CI/CD) tools, zoals OpenShift Pipelines, wat meer resources nodig heeft voor het beheren van de pipelines en het uitvoeren van builds.

  • Registry: OpenShift bevat een geïntegreerde container registry, wat extra opslag en netwerkverbruik kan betekenen als je veel images opslaat en beheert.

Deze extra functionaliteiten kunnen het resourceverbruik verhogen in vergelijking met een standaard Kubernetes-cluster dat je mogelijk zelf configureert met externe tools.

  1. Clusterbeheer
  • Kubernetes biedt je volledige controle over hoe je cluster en resources worden beheerd. Als je een Kubernetes-cluster zelf instelt, kun je de configuratie en de keuze van de componenten optimaliseren voor jouw specifieke behoeften. Dit kan resulteren in een meer gestroomlijnde, resource-efficiënte implementatie, mits je goed weet wat je doet.

  • OpenShift komt met een geconfigureerde clusteromgeving die meer gestructureerd is. De standaardconfiguraties van OpenShift zijn gericht op eenvoudiger beheer en veiligheid, maar dit betekent ook dat er meer overhead is door de vooraf ingeschakelde features. Omdat OpenShift standaard allerlei zaken aan boord heeft (zoals beveiliging, logging, monitoring en netwerkbeheer), verbruikt het vaak meer resources dan een barebones Kubernetes-cluster.

  1. Resourcegebruik bij Schaling
  • Kubernetes heeft een heel dynamische en flexibele manier van schalen. Als je applicaties op Kubernetes hebt draaien, kun je bijvoorbeeld zelf schalingstrategieën definiëren, zoals het schalen op basis van CPU- of geheugengebruik (met de Horizontal Pod Autoscaler, HPA). Dit biedt een hoge mate van controle over resourcegebruik, maar je moet goed opletten dat je niet onterecht extra resources aanvraagt.

  • OpenShift biedt ook autoscalingfunctionaliteit, maar het kan meer op “best practices” gebrand zijn. Dit betekent dat OpenShift soms mogelijk agressiever in schalen gaat, afhankelijk van de vooraf ingestelde policies. Dit kan leiden tot een hogere resourceconsumptie, vooral in grotere omgevingen.

  1. Netwerk en Storage
  • Kubernetes biedt je de vrijheid om je eigen netwerk- en opslagoplossingen te kiezen, wat betekent dat je misschien een geoptimaliseerde oplossing kunt kiezen die minder overhead heeft. Als je bijvoorbeeld een light-weight netwerkoplossing gebruikt, kan je resourceverbruik lager uitvallen.

  • OpenShift heeft zijn eigen netwerkstack en storage-integratie. Dit betekent dat je gebruik maakt van de Red Hat-oplossingen voor netwerk en storage, wat de integratie en het beheer vereenvoudigt, maar mogelijk meer resources vereist voor het beheren van deze ingebouwde services.

  1. Updates en Onderhoud
  • Kubernetes heeft geen ingebouwde methoden voor het updaten en onderhouden van het cluster. Dit kan leiden tot een lichtere belasting van systeembronnen, maar vereist wel handmatige acties en kennis om goed te beheren.

  • OpenShift biedt een robuuste manier om het cluster automatisch bij te werken en te onderhouden, wat de systembeheerlast vermindert, maar ook extra resources gebruikt voor het beheren van deze processen. Omdat OpenShift meer functies aanbiedt, zoals logging, monitoring en native ondersteuning voor het updaten van het hele platform, kan het meer resource-intensief zijn dan standaard Kubernetes.

  1. Resourceoptimalisatie
  • Kubernetes biedt een hogere mate van controle over resourcegebruik. Je kunt de resourcelimieten per pod en container instellen, wat je een goed zicht geeft op hoe efficiënt je cluster draait. Echter, deze aanpassingen moeten handmatig worden uitgevoerd.

  • OpenShift biedt ook resourcebeheer, maar doordat het meer geautomatiseerde processen heeft, kan het soms minder flexibel zijn in hoe het omgaat met het alloceren van resources. Aan de andere kant is dit ook handig voor bedrijven die niet willen micromanagen, omdat het platform een aantal zaken automatisch regelt.

Conclusie:

  • Kubernetes is over het algemeen “lichter” als het gaat om resourceverbruik omdat je volledige controle hebt over wat er in het cluster draait en hoe het wordt beheerd. Als je een minimalistische aanpak wilt, kun je een zeer geoptimaliseerd Kubernetes-cluster hebben, afhankelijk van je configuratie.

  • OpenShift voegt daarentegen veel extra functionaliteit en configuratie aan toe (zoals integratie van CI/CD, ingebouwde beveiliging, en logging), wat resulteert in een hoger resourceverbruik. Maar het biedt ook voordelen op het gebied van eenvoud van beheer, beveiliging en out-of-the-box functionaliteit, wat vooral aantrekkelijk is voor bedrijven die minder tijd willen besteden aan clusterbeheer en meer willen focussen op hun applicaties.

Dus als je de waarschuwing van hiervoor gezien hebt over Kubernetes en het vertoken van resources, geldt dit mischien wel in meerdere mate voor OpenShift. Als je puur kijkt naar resourceverbruik, is Kubernetes vaak efficiënter, maar OpenShift biedt een meer uitgebreide en gebruiksvriendelijke ervaring, hoewel dat een hogere resourcebelasting met zich meebrengt.